De Vijf Tibetanen – Christopher S. Kilham
De Vijf Tibetanen is een bijzondere combinatie van yoga-oefeningen die afkomstig is uit de Himalaya. In het begin van deze eeuw werden ze door een Britse legerofficier in het Westen geintroduceerd.
De oefeningen blinken uit door eenvoud, maar hebben niettemin een uiterst vitaliserende werking op zowel de lichamelijke als de mentale conditie. Ze worden daarom ook wel ‘de vijf verjongingsrituelen’ genoemd.
De ‘Vijf Tibetanen’ zijn door hun eenvoud gemakkelijk te onthouden. Weet men hoe ze in elkaar zitten, dan vragen ze slechts enkele minuten per dag. Het resultaat van dit minimum aan tijd en inspanning liegt er echter niet om: een verbazingwekkende toename van de lichamelijke kracht en souplesse en van de mentale vermogens. Zelfs als men nooit eerder aan yoga deed, zal men snel de uitwerking op de fysieke en geestelijke energie ervaren. Bijvoorbeeld aan de vermindering van spierspanningen en stress, betere ademhaling en spijsvertering, goede bloedsomloop en diepe ontspanning.
Christopher S. Kilham geeft al meer dan twintig jaar cursussen yoga, meditatie en natuurlijke gezondheid. Hij schreef verscheidene artikelen en boeken over deze onderwerpen. Regelmatig verzorgt hij programma’s voor radio en tv. Sinds 1978 leerde hij duizenden mensen die op zoek waren naar een gezondere levensstijl, ‘De Vijf Tibetanen’.
Recensie
Dit boekje bevat ‘vijf dynamische oefeningen voor gezondheid, energie en mentale kracht’. In feite echter bevat het hetzelfde materiaal dat door Peter Kelder in diens ‘Fontein der jeugd‘ wordt behandeld, en ook de bron en afbeeldingen (zwartwitfoto’s van een man in zwembroek op het strand) zijn grotendeels aan Kelder ontleend. Omdat Kilham natuurlijk niet Kelder zonder meer kon overschrijven, heeft hij de oorspronkelijke tekst wat gelardeerd met beschouwinkjes over healing-praktijken, chakra’s, koendalini, enz., wat het boekje weliswaar wat ‘gewichtiger’ maakt, maar afbreuk doet aan de directheid, de eenvoud en effectiviteit van de basisoefeningen, zoals deze door Kelder zijn beschreven. Bovendien vermeldt Kilham nergens expliciet het vertragen van het verouderingsproces, wat toch juist de opzet van de oefeningen is. Wanneer Kilham werkelijk een vervolg of iets beters had willen schrijven, had hij er wijs aan gedaan gebruik te maken van Umars ‘De bron van leven’, dat inderdaad essentiele toevoegingen (aan Kelder) bevat. Omslag en lay-out zijn conservatief.
Redactie Biblion