Innerlijke rust – Daniel Goleman
In dit boek ‘Innerlijke rust’ beschrijft Daniel Goleman, de schrijver van de bestseller Emotionele intelligentie, een groot aantal uiteenlopende wegen naar de spirituele bevrijding. Naast reeds bekende oosterse tradities als boeddhisme, soefisme, yoga en zen, blijken ook de joodse en christelijke godsdiensten voorschriften te kennen om geest en lichaam te manipuleren. Sommige zeer oude meditatietechnieken spelen nog steeds een rol in hedendaagse therapieën.
Goleman biedt een helder overzicht van de verschillende technieken voor meditatie, en tevens van het effect ervan op geestelijk en lichamelijk welbevinden en de verbanden met moderne psychologie en psychotherapie. Innerlijke rust is daarmee niet alleen een boeiende zoektocht naar de bronnen van meditatie en naar de rol die meditatie vervult in de grote religieuze tradities, maar ook een bruikbaar handboek voor de meditatiepraktijk.
alle boeken van Daniël Goleman
Recensie
Een overzicht van meditatietechnieken, waarbij niet alleen de bekende Oosterse technieken aan bod komen, maar ook de joodse en christelijke vormen. De kerken hadden rituelen en technieken om lichaam en geest te beïnvloeden. Op heldere wijze worden de verschillende technieken behandeld en de stappen om bijvoorbeeld tot innerlijke rust te komen beschreven. De psychologie van de meditatie beschrijft o.a. de invloed van meditatie op de hersenen, maar behandelt ook enkele onderzoeken op dit gebied. Het blijkt dat enkele zeer oude meditatievormen nog steeds een rol spelen in de moderne psychotherapie. Het is een zeer bruikbare handleiding voor meditatieleraren en/of therapeuten. Een duidelijke handleiding voor diegenen die zich willen bezighouden met meditatie. De eerste drie delen van dit boek verschenen ca. 1973 onder de titel “The varieties of the meditative experience”. Van de auteur verscheen al eerder “Emotionele intelligentie“. In vergelijking met andere titels is dit het meest complete boek, al is het niet eenvoudig. Het is zeer boeiend om te lezen. Bevat een voorwoord van Ram Dass.
(Biblion recensie, Anke M. Wiltenburg)